Ietje Liebeek-Hoving interview uit 1989

logo
30 oktober 1952 - 31 oktober 2002

  • dichteres
  • schrijfster van familieromans, jeugdboeken en egodocumenten

Home
Bibliografie
Biografie
Fotogalerij
Interview 1989
Dichtbundels
Egodocumenten
Romans
Kinderboek
Kindergedichtje
Krantenknipsels
Recensie
Poëzieprijs
Gastenboek
Berichtjes
Overzicht
Advertentie
Grafsteen
Kaarsje branden
Contact
Links
fotoalbum

Biografie

Ietje - een leven

Ietje werd geboren te Groningen op 30 oktober 1952 als tweede kind en dochter van Bob Hoving (1-1-1923/24-12-2009) en Harmina Hoving-Viel (10-8-1923/26-12-1982).

Haar ouders gaven haar de namen Ietje Willemina naar haar grootmoeder van vaders kant. De Friese afkomst is uit de naam af te leiden.

Ze had een twee jaar oudere zus en drie jaar na haar geboorte werd nog een meisje geboren.

Ietje werd als kind Ieteke genoemd. Ze had een zeer gelukkige jeugd, waar ze in de tweede fase van haar leven soms erg naar terugverlangde. Ze had een sterke band met haar ouders en het was voor haar haast onverdraaglijk om haar moeder al vroeg te moeten missen. Haar moeder overleed toen Ietje net dertig was en voor haar gevoel had ze haar moeder nog heel erg nodig. Dit gemis heeft een stempel op haar verdere leven gezet.

Na dit verlies is Ietje weer begonnen met dichten. Het was alsof er een ader was opengesprongen, de stroom van gedichten liet zich niet stuiten. Vrij snel achter elkaar verschenen dan ook drie dichtbundels. Een bij uitgeverij Kok te Kampen en twee bij uitgeverij Vijlbrief.

Als jong kind was Ietje al heel creatief met taal. Haar eerste gedichtjes schreef ze toen ze net kon schrijven. Op achtjarige leeftijd vertrouwde ze het verhaal over een ondeugende tweeling aan het papier toe. Het werd geschreven in een klein notitieboekje en is de hele familie rond gegaan. Jammer genoeg is dat verhaaltje verloren gegaan.

Op ongeveer twaalfjarige leeftijd begon Ietje aan het verhaal "Joosje van Santen". Het verhaal groeide en had uiteindelijk de omvang van een echt boek. Dit verhaal heeft zij later naar de moderne tijd bewerkt en uiteindelijk verscheen het als jeugdboek bij uitgeverij Kok met de titel "Josje van Santen".

De tienerjaren waren voor Ietje gouden jaren. In die tijd wilde ze niet langer Ieteke genoemd worden, maar Iety. Ze hield ongelooflijk van het leven en haar uitstraling maakte dat ze altijd omgeven was door vele vrienden en vriendinnen. Vanuit Eelde waar de familie naar toe was verhuisd, fietste Iet dagelijks 13 kilometer naar Groningen om de H.B.S. te bezoeken. Soms was het ook heel aantrekkelijk om in plaats van naar school te gaan bij "Black Out" (soort discotheek/café) te zitten. Dat was overigens een plek waarvan de meeste ouders nachtmerries kregen.

Op zeventienjarige leeftijd kreeg ze verkering met de jongen waar ze op haar 21e mee trouwde.

Na de H.B.S. ging Ietje Nederlandse taal en letterkunde studeren aan de universiteit te Groningen. Haar ouders verhuisden met de jongste dochter naar het midden van het land en er werd besloten dat de oudste twee dochters in Groningen hun studie zouden afmaken. Kamers waren ook toen al schaars in en uiteindelijk moesten Ietje en haar zus genoegen nemen met een souterrain aan de Spilsluizen in het hartje van de stad. Ietje heeft dit vooral als zeer romantisch ervaren. Ze zoog het studentenleven in zich op en het is dan ook verbazingwekkend dat ze toch op 21jarige leeftijd haar MO-A diploma behaalde.

Eenmaal gehuwd gingen Ietje en haar man in Ede wonen en toen werd Iety uiteindelijk Ietje, zoals ook haar doopnaam luidde. Toen er twee kinderen waren vestigde het gezin zich in Enkhuizen, waar nog twee kinderen werden geboren. Vier kinderen dus, een meisje en drie jongens. In die periode was er weinig tijd over om te schrijven.

In Enkhuizen heeft Ietje een aantal jaren les gegeven aan een middelbare school. Dit was zeer succesvol, het huis zat na schooltijd vaak vol met tieners. Ook was Iet zeer actief in de kerk en ze bespeelde ook tijdens de zondagse kerkdiensten het orgel.

Na de geboorte van het derde kind overleed haar moeder en vanaf die tijd begon Ietje af en toe aan depressies en paniekaanvallen te lijden. Gelukkig kon zij veel kwijt in haar gedichten. Het overlijden van haar moeder gaf haar juist veel inspiratie tot het schrijven van poëzie.

Na het verschijnen van een aantal dichtbundels werd Ietje lid van de vereniging van prot. christelijke schrijvers "Schrijvenderwijs". Geen bijeenkomst werd verzuimd. Zo was er ook een keer gezamenlijk bezoek van de leden aan uitgeverij Kok. Daar vertelde een redacteur dat er zo bedroevend weinig manuscripten binnen kwamen die zich voor uitgave leenden. Men had, zo sprak de betreffende redacteur, behoefte aan goede romanschrijvers voor een groot publiek. Waarop Iet toezegde over een jaar een manuscript in te leveren. En aan dat woord heeft zij zich gehouden.

Zo verscheen haar eerste roman "Het andere kind" in 1989 bij uitgeverij Kok te Kampen.

Rond die tijd ging het gezin, waar inmiddels een vierde kind geboren was, in Zwolle wonen. Daar kreeg Ietje veel problemen met haar gezondheid. Zij had o.a. de Ziekte van Meniere en dit had een behoorlijk beperkende invloed op haar leven. Desondanks heeft ze de eerste jaren in Zwolle nog een heel actie leven geleid. Naast het schrijven van romans hield ze ook in het hele land lezingen.

Maar de gezondheidsproblemen verergerden en Ietje raakte in zo'n zware depressie dat zij moest worden opgenomen in een psychiatrisch ziekenhuis. Dit verblijf heeft ze als zeer traumatisch ervaren.

Haar ervaringen heeft Ietje opgeschreven en het document is uiteindelijk onder de titel "Kerstbomen in de hel" gepubliceerd bij Kok.

Daarna wisselden periodes van heerlijk leven, genieten en jubelen elkaar steeds vaker af met heel donkere tijden.

Vooral na het voltooien van een boek raakte Ietje vaak in een depressie. Vaak had zij ook het gevoel dat niemand haar kon helpen en echt begreep. Alleen bij God kon ze altijd terecht met haar paniek, woede, angst en pijn. Die steun is ze altijd blijven ervaren. Steeds groter werd haar verlangen naar het leven na dit leven.

Ietje heeft het hier niet gered. Zij heeft na een poging tot zelfdoding nog vier weken geleefd. Dit zijn voor haar en de mensen om haar heen nog goede weken geworden ondanks het grote lijden.

Ietje Willemina Liebeek-Hoving overleed op 31 oktober 2002 in de volle overtuiging dat ze bij haar hemelse vader rust zou vinden.

30 augustus 2003

 

 

 

Home

laatste wijzigingen

bijgewerkt op 30-10-2014